Wat is de juiste bandenspanning voor winterbanden?

De juiste bandenspanning hangt af van het type voertuig, de bandenmaat en de lading. Daarom is het belangrijk om de aanbevelingen van zowel de voertuig- als bandenfabrikant te volgen. Deze informatie vind je meestal in het instructieboekje van je auto of op een sticker aan de binnenkant van de bestuurdersdeur. Hieronder volgen enkele algemene richtlijnen voor de bandenspanning, uitgedrukt in bar (eenheid voor druk):

Algemene richtlijnen voor bandenspanning:

• Personenauto’s: De aanbevolen bandenspanning ligt meestal tussen de 2,0 en 2,5 bar, afhankelijk van het voertuigmodel en de bandenmaat.
• SUV’s en Crossovers: Voor SUV’s en crossovers varieert de bandenspanning doorgaans van 2,2 tot 2,7 bar, afhankelijk van het specifieke voertuig en de banden.
• Bestelwagens: Door het zwaardere gewicht hebben bestelwagens vaak een hogere bandenspanning, variërend van 2,8 tot 3,5 bar.
• Winterbanden: Bij winterbanden wordt vaak een iets hogere spanning aanbevolen dan bij zomerbanden, doorgaans aan de bovenkant van de aanbevolen bandenspanning.

Dit zijn algemene richtlijnen. Controleer altijd de exacte bandenspanning die specifiek voor jouw voertuig is aanbevolen. Het regelmatig controleren en aanpassen van de bandenspanning is essentieel voor veiligheid, optimaal brandstofverbruik en een langere levensduur van de banden.

Hoe weet je of je banden te zacht zijn?

Een te lage bandenspanning kan de veiligheid en prestaties van je voertuig negatief beïnvloeden. Hier zijn enkele tekenen dat je banden te zacht kunnen zijn:

• Visuele inspectie: Kijk naar de band. Als deze er “plat” uitziet of als de zijkanten van de band bol staan, kan dit een teken zijn van een te lage bandenspanning.
• Slechter brandstofverbruik: Merk je dat je brandstofverbruik stijgt zonder aanwijsbare reden? Zachte banden zorgen voor meer rolweerstand, waardoor je auto meer brandstof verbruikt.
• Onstabiel rijgedrag: Voelt de auto instabiel aan, vooral in bochten? Zachte banden verminderen de grip, wat kan leiden tot minder stabiele wegligging.
• Langere remafstanden: Te zachte banden kunnen de remafstand verlengen, doordat ze minder contact met de weg hebben. Dit kan een indicatie zijn van te lage bandenspanning.
• Onregelmatige slijtage: Banden met een te lage spanning slijten vaak onregelmatig, vooral aan de randen van het loopvlak. Controleer regelmatig op ongewone slijtagepatronen.

Tips:

Om ervoor te zorgen dat je banden de juiste spanning hebben, is het raadzaam om regelmatig de bandenspanning te controleren met een bandenspanningsmeter. Doe dit bij voorkeur wanneer de banden koud zijn, omdat warme banden een onnauwkeurige meting kunnen geven. Raadpleeg altijd de aanbevolen bandenspanning voor jouw voertuig in het instructieboekje of op de sticker aan de binnenkant van de bestuurdersdeur.

Regelmatige controle van de bandenspanning zorgt voor een betere veiligheid, verhoogt het rijcomfort en verlengt de levensduur van je banden.